Een weekje reizen door Bretagne

Zaterdag 24 juni
Jumieges
We rijden : 544 Km
Stortplaats water/wc, geen stroom
We vertrekken zaterdagmorgen vroeg rond zeven uur richting Frankrijk. Via Kortrijk en Lille gaan we richting Rouen en willen overnachten in Jumieges. Dat ligt ongeveer 25 Km ten Oosten van Rouen. Ons navigatiesysteem doet het prima, alleen is er wel een klein probleempje als het ons bij een veerpont doet belanden waar wij met de camper niet op mogen. Dat betekent dat wij weer een eind terug moeten en de brug over de Seine moeten nemen. Als wij eindelijk na 25 km omrijden in Jumieges aankomen is de camperplaats zo gevonden.  Daar wacht ons een volgende verrassing. Er is ’s avonds een dorpsfeest op de camperplaats en men is druk bezig met van alles op te bouwen. We blijven er nog wel even staan en gaan eerst de ruïne van de abdij bekijken en daarna lekker onze eerste cidre drinken. Daar zullen er vast nog vele van volgen. Als we terugkomen bij de camper krijgen we een seintje dat het echt beter is om weg te gaan daar omdat er ook een groot vuur ’s avonds laat wordt aangestoken pal achter de plek waar wij staan.
We krijgen een tip om een km of 3 verder op een groot parkeerterrein te gaan staan. De plek ziet er prima uit, tot wij tot de ontdekking komen dat het grote hek om half tien dicht gaat en wij dan weg moeten zijn. Dan maar naar de camping die er ook vlakbij is. Daar is het erg vol, maar de beheerder zegt dat wij op een plek mogen staan waar een bordje “gereserveerd” staat. Op de fiets gaan we naar het dorp terug en onderweg komen we al een Djembegroep  en een groep meiden tegen die erg goed Afrikaans dansen en spelen. Het hoort blijkbaar bij het dorpsfeest. Ook hier is de werelddans en muziek doorgedrongen.
Het folkorkestje dat op het podium speelt is erg goed, maar wel knoeperhard. Voor mij hoeft het niet op die manier. Om elf uur gaat de fik in de opgebouwde brandtorens en binnen de kortste keren staat het geheel in brand. Een machtig gezicht dat ook goed overkomt op de foto’s en de video die wij maken. Wij gaan rond middernacht terug naar de camper en drinken daar nog een glaasje rose. En dan begint het na deze schitterende dag ineens te regenen. Een wat abrupte afsluiting van een leuke dag.

Zondag 25 juni
Le Mont Saint Michel
We rijden : 285 km
Geen voorzieningen
Het was de bedoeling om vandaag naar Rouen te gaan om daar wat rond te wandelen. Helaas, het regent nog steeds als wij wakker worden en de lucht doet vermoeden dat het niet snel zal ophouden. We besluiten om dan maar rechtstreeks naar Le Mont Saint Michel te gaan. Dat is zo’n 290 km rijden. We rijden echt de hele dag in de plensregen. Als wij zo rond een uur of 3 daar aankomen is het net een beetje droog. Op de grote parkeerplaats is nu genoeg plek en we staan er op een mooie plaats. Mont Saint Michel is gehuld in een nevel en is nauwelijks te zien. Morgen is het hopelijk beter.

Maandag 26 juni
Saint Malo
We Rijden: 52 km
Bij het binnenrijden van de stad is een goede serviceplaats aangegeven.
Na het ontbijt gaan we naar de “Mont” Het is daar een geweldige toeristenkermis, maar omdat het erg groot is en op maandagmorgen toch veel minder druk dan in het weekend, is er goed door te komen en kunnen wij alles op een redelijk rustige manier bekijken. De abdij en de burcht zijn zeer de moeite waard om te bekijken en de route voor het publiek is zo slim in elkaar gezet dat je alles goed kunt zien en geen tegenliggers tegenkomt.  
Na de middag vertrekken we richting Saint Malo. Ik heb het GPS systeem ingesteld op het vermijden van tolwegen en snelwegen en we rijden dus over een veel mooiere kustweg. De totaal afstand is maar een vijftig kilometer, dus zijn we er zo. Wat rijdt die nieuwe camper toch lekker !!!!. Als we het stadje binnenrijden, zien we direct al een bordje voor een serviceplaats. Gelijk dus maar even gaan lozen. De camperplaats hebben we snel gevonden, maar als we aankomen zien we bordjes staan met de mededeling dat je er pas vanaf zeven uur ’s avonds mag staan. Toch staat het behoorlijk vol met campers en wij zetten hem er gewoon bij. Als we ’s avonds nog een wandeling maken door de oude stad komen we bij het “Hotel de Ville” waar Marian 32 jaar geleden met haar broer Peter ook stond. Als we daar op een terrasje een glas wijn drinken, kan zij het niet laten om hem even te bellen. Peter weet zich nog precies te herinneren hoe het daar was en vindt het leuk om te horen dat wij daar nu zijn. De oude ommuurde stad heeft een leuke sfeer. Vanaf de camperplaats is het wel een behoorlijk stuk lopen om er te komen.

Dinsdag 27 juni
Paimpol
We rijden : 132 km
Sanizuil
‘s Morgens zijn we nog in Saint Malo.  Zo rond de middag vertrekken we eindelijk naar Dinan. Dat is een prachtige stad met heel veel oude vakwerkhuizen. We kunnen de camper op een parkeerplaats kwijt vlak bij het centrum van de stad en gaan de stad verkennen. In het centrum zijn nog erg veel zeer mooie vakwerkhuizen te vinden. Het is inmiddels al rond half twee en tijd om te lunchen. We zoeken een tentje uit op een leuk plein en maken er een Bretonse lunch van met crepes en cidre. Aan de cidre zijn we inmiddels al verslaafd geloof ik. Aangezien er in Dinan geen camperplaats is gaan we door op onze route en rijden naar Paimpol.
Onze GPS brengt ons er weer soepel heen. In Paimpol staat overigens goed met borden aangegeven waar de camperplaats is. Er is in een hoekje nog net een plekje voor ons. De camperplaats is leuk midden in het centrum en heeft prima voorzieningen. Het stadje zelf heeft niet veel te bieden. S’Avonds is het er helemaal uitgestorven op een paar terrasjes na langs de haven. Wel leuk om nog even een glaasje wijn te drinken. We besluiten om morgen na het ontbijt richting rose granietkust te gaan en daar langs een aantal plaatsjes te gaan rijden.

Woensdag 28 juni.
Saint Thegonnec
We rijden : 114 km
Sanizuil
We gaan richting Perros-Guirec en vandaar naar Ploumanac’h. Onderweg stoppen tweemaal om de schitterende uitzichten op de rotsen op de foto en video vast te leggen. In Ploumanac’h aangekomen kunnen we de camper gelukkig nog parkeren op de parking, al mag dat officieel niet. Er staan nog meer campers dus we gokken er maar op dat het goed gaat. Het is nog voorseizoen en de gendarmerie is nu nog wat soepeler. De wandeling langs de kust is een bijzondere belevenis. De rose granietrotsen zijn zo ontzettend groot en er zijn er zo veel daar bij elkaar dat je ogen te kort komt om alles te zien. Na een prima lunch met mosselen, crepes en cidre gaan we door naar Pleumeur-Bodou waar we willen overnachten.De camperplaats is bij een planetarium en een nagebouwd Gallisch dorpje. Het is nog redelijk vroeg in de middag en behoorlijk heet als we daar aankomen. We bezoeken het Gallische dorpje wat ons een beetje tegenvalt. Het is niet erg groot en voornamelijk ingericht voor kinderen.
Er zijn overal toestellen die op gericht zijn om kinderen te vermaken. Voor volwassenen is de informatie nogal beperkt. We zijn dus betrekkelijk snel weer weg daar en besluiten om toch nog maar wat door te rijden. We gaan richting Morlaix waar de camperplaats bij een grote supermarkt is. Als we die met enige moeite gevonden hebben, blijkt het er erg druk te zijn met winkelpubliek en het ziet er niet erg aantrekkelijk uit om te blijven overnachten. We gaan dus nog even verder en komen in Saint Thegonnec terecht waar een zeer makkelijk te vinden heel mooie camperplaats is met goede voorzieningen. We maken een wandelingetje door het dorpje en bij een winkeltje bij de heel mooie grote Bretonse kerk , jammer dat die dicht is,  ziet Marian een heel mooie Keltische hanger. De eigenaar van de winkel is een erg enthousiaste man die haar zo ongeveer het hele assortiment wil aansmeren. Het is allemaal erg mooi maar ook behoorlijk aan de prijs. We beperken ons dus maar tot de hanger en een bijpassende ring. Terug bij de camper kunnen we nog heerlijk een hele tijd buiten zitten. Wel raar dat we tot nu toe de hele reis nog nergens stroom hebben gehad. Goed dat we zonnepanelen hebben !

Donderdag 29 juni
Port Saint Louis
We rijden: 200 km
Geen voorzieningen
We gaan eerst maar eens een bakker opzoeken en zien onderweg dat de kerk nu wel open is. Na het ontbijt dus maar even terug gaan met de camera’s om het vast te leggen voor het nageslacht. De kerk is inderdaad indrukwekkend mooi. Het interieur is geheel barok met allerlei Keltische invloeden. Zelfs de gezangenboeken die er lagen zijn grotendeels in het Bretons. Een Keltische taal die verwant is aan Iers, Schots, Welsh en Galicisch en waar geen chocola van te maken valt voor ons.
We gaan op weg naar Quimper. Volgens veel mensen de mooiste stad van Bretagne. Er is geen camperplaats dus zullen we, net als in Dinan, de wagen weer proberen op een parkeerplaats te zetten. De parkeerplaats die ik in de GPS heb gezet is helemaal vol en we rijden door naar een volgende waar we aan de buitenkant een prachtige plek vinden om de wagen neer te zetten. Quimper is inderdaad erg mooi. Leuke straatjes met mooie vakwerkhuizen. We gaan op zoek naar de Place au Beurre. Een ingesloten pleintje en het oude deel van de stad met een heel goede creperie en een winkel met Keltische muziek. Het is de favoriete plek van onze vrienden Hans en Alja, en gelijk hebben ze !!!!!!!!
Uiteraard kunnen we het niet laten daar ook te lunchen en daarna ons te bezondigen aan de aankoop van de nodige CD’s en DVD’s. Op onze wandeling komen we nog een stalletje tegen waar een in Bretonse klederdracht gestoken dame allerlei al dan niet persoonlijk gemaakte gehaakte kleedjes verkoopt. Ze wil best op de foto, maar houdt gelijk een busje onder je neus waar op staat dat je geacht wordt daar een euro in te dumpen. Ik denk dat ze per dag meer ophaalt met het laten fotograferen dan met de verkoop van haar nuttige handwerken.
In de loop van de middag vertrekken we richting Quimperlé waar we van plan zijn te overnachten. Als we daar aankomen rijden we door een aardig stadje, maar de camperplaats is helemaal niets. Ik voel er weinig voor om hier te blijven. Als we doorrijden stoppen we even op de parkeerplaats van een Aldi om te overleggen waar we dan naar toe zullen gaan. Het is pas een uur of vijf en kunnen best nog een stukje rijden. Marian vindt in het Franse camperplaatsen boekje “Port Saint Louis”. Dat ligt ongeveer 25 km voor Carnac. Omdat we al een paar dagen geleden de GPS hebben ingesteld op het vermijden van snelwegen, rijden we over prachtige wegen daar naar toe. Het blijkt een schot in de roos. De camperplaats naast de haven is een groot grasveld waar een hele groep Franse campers staat en ook nog een Ier. Mooie plek om te staan. We zetten de stoelen en de tafel buiten en trekken een lekkere fles cidre open. Genieten maar weer.

Vrijdag 30 juni
Campigny
We rijden : 407 km
Stortplaats water/wc
s’Morgens eerst even een baguette halen bij de bakker en dan na het ontbijt overleggen wanneer we de terugweg starten. Eerst nog maar even aan de wandel in het stadje. Het ligt omsloten door de Atlantische Oceaan en die willen we nog wel even zien. We sluiten ons bezoek aan Bretagne af met wat kleine souvenirs kopen en nog een laatste glaasje cidre op een terras tegenover de “Notre Dame” die ook hier te vinden is. Na de lunch vertrekken we en zien wel hoe ver we vandaag nog komen.Het schiet lekker op, ondanks het feit dat we via binnenwegen rijden. Onderweg nog een keer een stop bij een grote supermarkt om onze voorraad cidre op peil te brengen en dan door naar Campigny. Een klein plaatsje ongeveer 40 km zuidwest van Rouen en ongeveer 6 km van de doorgaande weg.  Prima plek om te overnachten. Je staat naast de kerk en Jeu de Boule-baan op een strook gras. Voor de camper zijn er goede voorzieningen.
Het is de hele avond heerlijk warm en we  zitten tot laat in de avond lekker buiten.
Morgen gaan we door naar huis, en dus laten we het verhaal hier eindigen.

Zaterdag 1 juli
Thuis Rotterdam
We rijden : 532 km